In 2024 werden meer dan 34 duizend woningen gelicentieerd, 28 procent meer dan in 2023. Daarnaast werden bijna 33.000 huurvergunningen verleend, 16 procent meer dan in 2023. Dit is de meest gekwalificeerde accommodatie in de laatste tien keer.
Sinds 2022 wordt jaarlijks ongeveer hetzelfde bedrag aan huur- en koophuizen toegekend. Tussen 2015 en 2021 bedroeg het aandeel van de toegestane particuliere en huurwoningen ongeveer een derde van de volledige woning en twee derde van dat aantal.
Het aantal nieuw gebouwde woningen dat is toegestaan komt overeen met het aantal woningen dat binnenkort zal worden gebouwd. Woningwijzigingen, zoals het omzetten van praktijken in woningen, zijn niet in de aantallen op bouwvergunningen voor nieuwe gebouwen. Op basis van een driemaandelijkse evaluatie onder gemeenten zijn het aantal recentelijk goedgekeurde behuizingen en de toegestane bouwkosten gebaseerd op dit aantal. In 2024 meldde CBS eerder dat 69 duizend nieuwe huizen aan het pand waren toegevoegd.
2015 | 17,6 | 38 |
---|---|---|
2016 | 16,8 | 36,8 |
2017 | 23,9 | 45,9 |
2018 | 22,8 | 47,3 |
2019 | 19,7 | 38,4 |
2020 | 23,9 | 43,3 |
2021 | 27,4 | 48,4 |
2022 | 30,2 | 34,4 |
2023 | 28,5 | 26,9 |
2024* | 32,9 | 34,3 |
* tijdelijke cijfers |
De meest recent gebouwde huizen in Zuid-Holland hebben een vergunning.
Het merendeel van de nieuw gebouwde woningen in Zuid-Holland werd gelicentieerd in 2024 of bijna 18 duizend. 53 procent is te huur. In Drenthe kregen 1,1 duizend nieuwe woningen de minste verse gebouwen, waarvan 28 procent te huur is. Voor nieuwe gehuurde woningen hebben Utrecht en Limburg een aanzienlijk aantal vergunningen afgegeven. Zes van de tien recent erkende huizen werden in deze provincies gehuurd van het hele aantal.
Zuid-Holland | 9,400 | 8,468 |
---|---|---|
Noord-Brabant | 5,156 | 6,034 |
Noord-Holland | 4,943 | 3,879 |
Gelderland | 2,486 | 4,008 |
Utrecht | 3,895 | 2,414 |
Overijssel | 1,980 | 3,121 |
Limburg | 1,687 | 1,126 |
Flevoland | 1,007 | 1,519 |
Fryslân | 0,856 | 1,194 |
Groningen | 0,631 | 1,044 |
Zeeland | 0,540 | 0,702 |
Drenthe | 0,321 | 0,809 |
* tijdelijke cijfers |
Toerekenbare hogere ontwikkelingskosten in 2024, voornamelijk als gevolg van de stijgende kosten van nieuwe gebouwen.
In 2024 werden ontwikkelingskosten van in totaal 22,7 miljard euro toegewezen voor de transformatie en bouw van woon- en bedrijfsgebouwen. Dat is 15 procent meer dan in 2023. De totale structuurvergoedingen voor de erkende nieuwe woningen in 2024 bedroegen 12,7 miljard euro, 28 procent hoger dan in 2023. De stijging van het aantal nieuwe woningen kan gedeeltelijk worden verklaard door deze stijging, maar de kosten van de bouw in het algemeen hebben ook gevolgen voor het gebied per woning en de kosten per vierkante meter. In 2024 werd 2,3 miljard EUR aan mandaten uitgegeven voor de renovatie van woningen, 4 % minder dan in 2023. De totale bouwkosten voor industriële gebouwen stegen in 2024 met 4 procent tot bijna 7,8 miljard euro.
2015 | 3,2 | 1,8 | 6,7 | 1,2 |
---|---|---|---|---|
2016 | 3,3 | 1,9 | 6,9 | 1,5 |
2017 | 3,9 | 1,9 | 9,5 | 1,7 |
2018 | 4,4 | 2 | 10,3 | 1,7 |
2019 | 4,3 | 2,1 | 9,1 | 1,8 |
2020 | 4,6 | 2,2 | 10,9 | 2 |
2021 | 5,2 | 2,2 | 12,9 | 2,4 |
2022 | 5,4 | 2,3 | 11,5 | 2,5 |
2023 | 5,3 | 2,1 | 9,9 | 2,4 |
2024* | 5,6 | 2,1 | 12,7 | 2,3 |
* tijdelijke cijfers |
Per kracht steeg het gemiddelde aantal nieuw gebouwde woningen per kracht
Een bouwkracht uitgegeven heeft betrekking op de bouw van vele woningen. In 2024 steeg het gemiddelde aantal woningen per vergunning voor de particuliere sector tot 10 nieuwe woningen per vergunning, inclusief huur- en . Met één of meer subsidies kan een nieuw bouwproject worden ingediend. Bijna tweederde van de toegekende subsidies is bestemd voor de ontwikkeling van één enkele woning.
2015 | 6,6 |
---|---|
2016 | 5,6 |
2017 | 5,8 |
2018 | 6,2 |
2019 | 6,1 |
2020 | 6,8 |
2021 | 7,3 |
2022 | 7,9 |
2023 | 8,9 |
2024* | 10,1 |
* tijdelijke cijfers |